Afbeelding

Mijmeringen over groot en klein leed

Algemeen

De nieuwjaarsmiddag van OVA in de Brinkhoeve was erg gezellig. De zaal zat helemaal vol. Er speelde dan ook een prachtige Senioren Big Band. De voorzitter startte met een speech. Deze eindigde gelukkig met mooi nieuws, zoals de komst van twee panda's, maar bevatte vooral een opsomming van ellende.

Oorlogen, aanslagen, de grote brand in een flat in Londen, de orkaan in Sint Maarten en de aanhoudende vluchtelingenstroom in de wereld.
Angst, verwarring, verbazing en onbegrip vormen dagelijks de hoofdmoot van het journaal. Groot, vaak niet te bevatten leed. Elke dag opnieuw. Ware woorden van de voorzitter. Woorden om bij stil te staan, bijvoorbeeld in mijn column. Maar daar had ik al een onderwerp voor: de gehandicaptenparkeerkaart.

Na het eerste nummer sprak de saxofonist van de band de mensen toe over ouderen die het niet zo gemakkelijk hebben en over eenzaamheid in onze samenleving. Zo. Boink! Terug bij het hier en nu. En terecht, want we hebben niet altijd vat op de wereldproblemen, maar wel op onze eigen leefomgeving.
De gemeente probeert ouderen zo goed mogelijk te ondersteunen. De gehandicaptenparkeerkaart is daar een onderdeel van. Daar had ik mij toevallig pas over laten bijpraten. De gehandicaptenparkeerplaatsen staan meestal leeg en de procedure om een kaart te krijgen houdt in elk geval een keuring in bij een onafhankelijk arts. Waarom toch? Ik zou zeggen dat onze eigen WMO-consulent bijna altijd met gezond verstand kan beoordelen of iemand beter af is met een kaart. Waarom toch die rompslomp en die kosten die mensen moeten maken? Dat kan toch ook anders?

Niet dus. Het verstrekken van een gehandicaptenparkeerkaart is in feite een landelijke regeling. De kaart geldt dan ook in heel Nederland. Ook voor de schaarse plekken bij Artis, of in het drukke centrum van Maastricht. In dit opzicht schijnt het dus een geliefde kaart te zijn. Vandaar landelijke regels om deze kaart wel of niet te verstrekken.
Goed, dat begrijp ik dan. Maar soms zou je toch willen dat mensen meer gebruik maken van onze plaatsen. Vooral ouderen die daardoor niet ver hoeven te lopen met volle boodschappentassen. Om dat voor elkaar te krijgen zou je bijna een speciale Albrandswaard-kaart moeten invoeren. Maar of dat nu de oplossing is? Ik weet het niet.

Ik mijmer door en geniet van het laatste nummer voor de pauze. In de pauze spreek ik een aantal mensen in de zaal. Natuurlijk over de muziek en de fantastische organisatie van deze middag, maar ook over de zware woorden van de voorzitter. Laten we blij zijn dat wij niet in oorlogsgebied wonen, grote natuurrampen kennen. Dat ben ik. Bij vertrek zie ik nog net een WMO-busje fout geparkeerd staan….

Maret Rombout,
wethouder

Advertenties uit de krant