Afbeelding
Foto: Ronald Hooijmeijer

Column Dominee Coen van Alphen: Laat die bijtjes maar zoemen

Column Column

Hoewel het nieuws over de oorlog in Oekraïne onontkoombaar is, probeer ik het niet alles te laten bepalen. Het stralende lenteweer dringt er op aan om naar buiten te gaan. Bijvoorbeeld voor een fietstochtje over de vele slaperdijken van Albrandswaard. Een ‘slaperdijk’ is een dijk die geen actieve functie meer heeft als waterkering. Aan de eeuwenoude dijken rondom polders als het Buijtenland van Rhoon, de Molenpolder en de Zegenpolder kun je zien hoe ons landschap in de geschiedenis zijn vorm heeft gekregen.

Je fietst het stiltegebied in, kijkt om je heen. Misschien zie je een ree, een haas, een buizerd. Waarom zou je niet even gaan liggen in het gras – het woord slaperdijk nodigt daar wel toe uit. Als je de rust op je in laat werken, vallen de kleine geluiden op: het geritsel en gezoem om je heen van insecten die zich te goed doen aan madeliefjes en boterbloemen. Wat je misschien niet weet, is dat je in de habitat bent van de kraagbloedbij en andere extreem zeldzame bijensoorten.

Zoals we weten zijn bijen essentieel voor de bestuiving van gewassen en daarmee voor de voortgang van het leven op aarde. De laatste jaren horen we alarmerende berichten over de afnemende bijenstand. De oorzaken laten zich raden: landbouwgif en verstedelijking. De bloeiende akkerranden en insectenhotels die je her en der ziet zijn pogingen om de bij te ondersteunen. Een tegel uit je terras halen om er een plantje neer te zetten helpt ook.

Gelukkig is er soms ook goed nieuws. In de krant las ik een interview met Linde Slikboer, onderzoeker bij het EIS Kenniscentrum Insecten. Zij gaat met een netje op onderzoek uit en ontdekte dat de slaperdijken in het Zuid-Hollandse landschap toevluchtsoorden zijn voor grote hoeveelheden wilde bijen. Dat komt doordat deze dijken met rust worden gelaten: ze worden niet bespoten of bewerkt, alleen begraasd door koeien of schapen. Bijenpopulaties kunnen zich hier handhaven omdat ze ongestoord voedsel kunnen verzamelen en zich voorplanten.

Ik heb het over ‘de’ bij. Maar zoals altijd met de natuur: verdiep je erin, en de soortenrijkdom blijkt ongekend. Uit het artikel leer ik dat er alleen al in Nederland 370 soorten bijen voorkomen. Hun namen vertellen hoe ze eruit zien, waar ze voorkomen en hoe ze leven. De koekoeksbij, die eitjes legt in het nest van anderen. Wilde bijen nestelen namelijk in kleine holletjes onder de grond. De weidebij, de grasbij, het roodgatje. Sommige namen klinken bijna poëtisch: viltvlekzandbij, zwarte bloedbij, roodbruine groefbij. Een aantal soorten staan helaas op de Rode Lijst. Dankzij het veldonderzoek in Albrandswaard weten we nu dat ze hier en daar nog voorkomen. Ook de kraagbloedbij dus, waarvan wetenschappers dachten dat die was uitgestorven in Nederland. Maar ze zoemen nog rustig rond. Meestal onvermoed en ongezien, gewoon langs een slaperdijk in Albrandswaard.

Advertenties uit de krant