Afbeelding
Foto: Ronald Hooijmeijer

Column Dominee Coen van Alphen: Hier tekort, daar teveel

Algemeen

Rond de pergola in onze tuin groeit een druif, een blauwe. Hij tiert zo welig zo dat ik hem meermaals per jaar moet snoeien. Dit seizoen heeft hij het uitzonderlijk goed gedaan. Overal hangen zware druiventrossen als… ja, als zware druiventrossen aan de takken. De smaak is vol en zoet. Het is zoveel dat ik even overweeg om mijn eigen biologische wijn te maken. Ik besluit realistisch te blijven en het bij druivensap te houden. Dat is verrassend simpel volgens internet: koken, zeven, klaar. Aan de slag dan maar.

Het is wel een heel karwei. Na het plukken moeten de druiven stuk voor stuk gewassen worden, het stof eraf, de spinnetjes terug naar buiten. Een ideaal werkje om intussen naar een podcast te luisteren. Dit keer een gesprek met historicus Beatrice de Graaf. Iemand met kennis van zaken en ook nog eens verstandige opvattingen. Ze schreef voor de ‘maand van de geschiedenis’ het boekje Crisis!, over het ontstaan van crisisbesef in Nederland. Wanneer spreek je van crisis? Dan moet er heel wat aan de hand zijn, zoals met corona, toen een virus beslag legde op ons leven. In tijd van crisis klinkt de roep om krachtdadig optreden van de overheid. Maar wanneer individuele vrijheden worden ingeperkt, ontketent dat ook verzet.

Momenteel voelt het alsof we door meerdere crises worden overspoeld. De Graaf laat zien dat er vroeger natuurlijk ook crises waren, maar dat er geen sprake was van een overheidsaanpak. In de laatste eeuwen is crisisbeheersing een taak van de overheid geworden. Onze verwachtingen van de staat zijn steeds hoger geworden, maar daarmee werd het ook moeilijker om eraan te voldoen. Het leven is nu eenmaal niet maakbaar. De conclusie is dat de overheid haar werk alleen kan doen wanneer de hele gemeenschap zijn verantwoordelijkheid neemt. Maar omdat we zo verschrikkelijk verdeeld zijn over wat er nodig is, zit de regering in een lastige positie tussen daadkracht en draagvlak. De polarisatie in de samenleving versterkt dat nog eens. Wat is het toch ingewikkeld, mompel ik voor me uit.

Ik zet de pan op het vuur. Mijn handen druipen van het sap van de overrijpe druiven. In het Oude Testament is het een teken van welvaart en zegen wanneer de druif (of wijnrank) en de vijgenboom overvloedig bloeien. Dat zijn ook de enige twee planten in mijn tuin die het dit jaar goed gedaan hebben. Logisch, want afkomstig uit warmere streken zijn ze ingesteld op langdurige droogte. En droog was het deze zomer: de rest van de tuin hing er amechtig bij. Opeens word ik me bewust van het contrast tussen de overvloedige druivenoogst en de malaise waar we ons in bevinden. De druif floreerde; de natuur trekt zich gelukkig niks aan van ons crisisgevoel. Mijn huisgemaakte druivensap is intussen gereed. Kraakzuiver en zonder enige toevoeging. Heerlijk, al zeg ik het zelf.