INGEZONDEN
Takkenrillen juist goed voor
akkervogels van de Zegenpolder
In week 49 verscheen in deze krant het bericht dat de takkenrillen en knotwilgen in de Zegenpolder worden weggehaald vanuit natuuroverwegingen. Hoewel dit werd gepresenteerd als een vooruitgang, is het tegendeel waar. Het is een vernietiging van leefgebied voor allerlei dieren en een verlies voor de natuur. Ook het lokale draagvlak is er niet bij gebaat. Juist dankzij de betrokkenheid en inzet van vele vrijwilligers werd de polder steeds aantrekkelijker voor natuur en mens. Nu is het weer teruggebracht tot een kaal en tochtig landschap.
Diverse knotwilgen, een grote bramenstruik en het hout van vele takkenrillen liggen nu op een grote hoop langs de Essendijk, klaar om afgevoerd te worden. Waarom heeft men dit gedaan? Het zou roofdieren aantrekken die akkervogels zoals kievit en veldleeuwerik het leven zuur maken. Dat is nogal een beschuldiging aan het adres van deze kleine landschapselementen. Klopt het wel? Uit vogeltellingen blijkt dat het aantal kievitsnesten in de polder juist gestaag groeit en dat ieder jaar meer jongen uitvliegen. In 2021 is ook de veldleeuwerik teruggekeerd als broedvogel. Een nest met drie eieren is probleemloos geslaagd. Voor het eerst sinds tien jaar! Roofdieren lijken dus helemaal geen beletsel te zijn voor het herstel van deze akkervogels. Bovendien zijn roofdieren zoals de buizerd en de bunzing juist zeer nuttige en gewenste schakels in het ecosysteem. Ze bejagen vooral veldmuizen en bruine ratten.
De nu verdwenen struiken en takkenrillen waren niet alleen leefgebied voor roofdieren. De afgelopen jaren ontdekten enthousiaste lokale vrijwilligers allerlei vogelnesten en bijzondere insecten. Het is bijzonder hoe snel de polder zich kan ontwikkelen qua biodiversiteit. Het zijn ook lokale vrijwilligers die jarenlang hebben gewerkt aan de aanleg van de bosschages en takkenrillen, nota bene op advies van deskundigen zoals te lezen valt in de Schakel van 16 maart 2017. Dit lokale draagvlak dient gekoesterd te worden.
Recent kreeg demissionair minister Schouten het ´Aanvalsplan Landschapselementen´ overhandigd. Verschillende natuurorganisaties maken zich gezamenlijk sterk voor de aankleding van het polderlandschap. Dat is niet alleen goed voor het landschap, maar ook voor de daarin levende vogels, zoogdieren, insecten en allerlei andere organismen. Die zijn juist niet gebaat bij het verwijderen van kleine bosschages, takkenrillen en knotwilgen. Daarom is het zo jammer dat men deze actie nu heeft uitgevoerd, al is het dan met de beste bedoelingen voor de Zegenpolderse akkervogels. Maar het is nog niet te laat om dit te herstellen: de takken liggen er nog.
Niels Godijn, mede namens de vrijwilligers