Afbeelding
Foto:

Column wijkagent Jan Waasdorp: De grijze kop met haar

Column Column

Van de week keek ik naar een aflevering van ‘Van Speijk’,  een politie serie die zich afspeelt in Amsterdam. Ik weet niet hoe het komt, maar moest ineens denken aan iets dat mij jaren geleden is overkomen.

Het was zondagochtend, half zeven, ik stond mezelf om te kleden. Naast me stond Ronald. Hij was vroegûh mijn mentor. Een echte Hagenees, net als ik opgegroeid in de Schilderswijk, de wijk waar wij werkten. Ons kent ons en boeven vang je met boeven. Ik was nog geen maand op straat. Ik moest bij een optreden op straat nog achter hem staan om te zien ‘hoe het moest’.

Na de gebeurtenissen van de afgelopen nacht te hebben doorgenomen, stapten we in de surveillanceauto. We waren al even onderweg en het werd tijd om even een boterham te eten. De zondag begon, ook in de Schilderswijk van Den Haag, altijd rustig. Pas rond 11 uur begon het te leven in de wijk. Iedereen was dan uitgeslapen en met lekker weer kwamen ze straat op. 

Onderweg naar het bureau zagen we op de stoep een doorzichtige vuilniszak liggen met daarnaast een jute zak. De jute zak zag eruit alsof hij doordrenkt was met bloed, en in de plastic zak zat een grote hoeveelheid drab. Onze nieuwsgierigheid werd wakker en Ronald parkeerde de auto aan de linkerkant van de straat. De auto stond zo dicht bij de stoep dat ik vanuit de openstaande deur de zakken bijna kon aanraken. Toen ik de deur open deed, zagen wij dat de jute zak inderdaad doordrenkt was met bloed. We zagen de ergste scenario’s al voor ons. 

Nadat ik met knikkende knieën was uitgestapt liep ik gespannen als de snaar van een boog naar de zakken toe. Van dichtbij zagen wij dat de in de plastic zak een grote hoeveelheid ondefinieerbare drab zat. De jute zak zat niet dicht geknoopt maar was dicht gevouwen. Met mijn wapenstok probeerde ik de zak te openen. Na enig gefrummel lukte het om de zak open te krijgen. Tot mijn schrik zag ik iets wat leek op een hoofd met grijs haar. Ik zag het allemaal al voor me, het in stukken gehakte lijk van een oude man of vrouw. Van schrik liet ik mijn wapenstok vallen. Mijn mentor kwam dichterbij en gelukkig zag ik dat hij ook grote ogen kreeg van wat hij zag. Toen we de jute zak open hadden en eens goed keken, zagen wij dat het de kop van een schaap was. Er was dus een schaap ritueel geslacht en het slachtafval was in twee zakken op straat gedumpt. 

De twee zakken konden we laten ophalen door de reiniging. Nadat we waren bijgekomen van de schrik en de zakken waren opgehaald, konden we een boterham gaan eten. Toen ik een hap nam van mijn boterham, waar lekkere worst op zat, heb ik wel even extra moeten slikken om dit naar binnen te krijgen.

Advertenties uit de krant