Afbeelding
Foto: Ronald Hooijmeijer

Dominee Coen van Alphen: Onderweg

Column Column Column

Mijn vriendin Nicoline loopt het pelgrimspad naar Santiago de Compostela. Elk jaar doet ze een stuk. Dit voorjaar loop ik een paar dagen mee, tussen Luik en Namen. Wandelen is een fijne manier van reizen. Het gaat weliswaar langzaam, maar dat is nu juist zo rustgevend, het voelt als een passend tempo voor een mens. Bovendien zie je veel meer van je omgeving: bomen in bloesem, het glooiende landschap, het oorlogsmonument in elk dorpje, een mooie kasteelhoeve. En helaas ook het afval dat overal door mensen wordt achtergelaten.

Pelgrimeren is meer dan wandelen, het is doelbewust onderweg zijn. Het gaat niet alleen om de eindbestemming, maar ook om de innerlijke reis die je aflegt. De Jacobsschelp wijst de weg. Die vind je op palen van verkeersborden, soms ook op huizen en zelfs op stoeptegels. Soms moet je zoeken naar de juiste weg, zeker als je door een bos gaat waar allerlei andere paden het juiste pad kruisen. Zo is dat in het leven ook, daar moet je ook je weg zoeken en weet je niet altijd of de afslag die je neemt wel de goede is. Al wandelend is er alle tijd om daar over te mediteren.

In de open lucht ben je overgeleverd aan de elementen. De kunst is om dat als een geschenk te zien. Soms loop je in regen en wind, dan weer in de stralende zon. Alles wat je nodig hebt, draag je op je rug. Overnachten doe je als het even kan bij particulieren die hun huis daarvoor openstellen. Voldoende drinkwater is essentieel en liefst ook wat te eten, want niet altijd kom je langs eetgelegenheden. Of ze zijn gesloten. Er was een dag dat we moesten overleven op appels en fruitrepen en dat ging prima.

Het mooist zijn de ontmoetingen die je onderweg hebt. We kwamen een medepelgrim tegen die juist om die reden zonder telefoon reist: het dwingt hem om uit zijn comfortzone te komen en contact te maken met andere mensen. Dat vond ik buitengewoon zinnig. Google maps is heel handig, maar waarom zou je niet iemand de weg vragen en meteen een praatje maken?

De leukste ontmoeting vond ik die met Fara. Toen we ergens een hoek omsloegen, was zij voor haar huis bezig de auto in te laden. Op een luide nies van een van ons schoot zij in de lach, waarop wij ook moesten lachen. Ze zag onze rugzakken en vroeg meteen: Willen jullie koffie? Ja, dat wilden we graag. Daar op het tuinpad hadden we zomaar een mooi gesprekje met iemand die we een minuut geleden nog niet kenden. Ze vertelde dat ze uit Madagascar afkomstig was. Daar is het heel gebruikelijk om met iedereen contact te leggen en mensen welkom te heten. Ook dat voelde weer heel zinnig. Soms word ik niet goed van het individualisme in onze samenleving. ‘De omgeving van de mens is de medemens’, sprak Jules Deelder. Dank voor je hartelijke lach en de koffie, Fara!


Advertenties uit de krant