Afbeelding
Foto: Ronald Hooijmeijer

Column dominee Coen van Alphen: Levend landschap

Column Column

Als je over de Schenkeldijk fietst, zie je in een bocht het Driepolderpunt: een grote lijst zonder schilderij. Of mét - het is maar wat je ogen willen zien. Het doet iets, die inkadering. Door slechts een deel te zien, word je je bewust van wat overal om je heen is: de schoonheid van het weidse polderlandschap. De akkers met het gewas, de dijken aan de horizon, de paadjes, het wuivende riet, de sloten met de reiger, en boven dat alles: de enorme hemelkoepel. Als je geluk hebt zie je een ree. Vaak denk ik als ik hier sta: wanneer de ‘zomer om de dorpen bloeit’ (Gerrit Achterberg), dan woon ik in het mooiste landschap ter wereld.

Een tijdje geleden dwaalde ik hier ook rond. De bermen stonden vol koolzaad en fluitekruid. De zon scheen, de vogels zongen, alles ademde rust. In de verte bromde een vliegtuigje. Opeens was het alsof ik daar als jongetje liep, al weer lang geleden. Ik ben opgegroeid op een ander Zuidhollands eiland, met net zulke dijken, akkers en fluitekruid. Opeens was ik terug in daar en toen. De wereld was nog een veilige en overzichtelijke plek. Ik liep in korte broek, de dag duurde eindeloos en de zomer was nog lang niet voorbij. Zo zou het altijd blijven.

Maar het bleef niet altijd zo. Ik leef nu, en hier. De wereld van vandaag ziet er anders uit, en is lang niet zo overzichtelijk meer. Er is een grimmige oorlog aan de gang in Europa. Er is een virus dat de samenleving twee jaar heeft platgelegd; wie weet wat er nog meer komt. Het klimaat verandert. Er is grote beroering in de samenleving omdat we het niet eens zijn over de oplossingen van de enorme problemen waarvoor we ons gesteld zien: stikstofuitstoot, natuurbehoud, een toekomst voor de boeren. Ik ben niet van het pessimisme, maar soms valt het even niet mee om optimist te zijn.

Lopend door dit landschap bekruipt me soms de angst dat het voorbij zal gaan. Als alles volgebouwd wordt, als de ontbossing wereldwijd doorgaat en diersoorten verdwijnen, als we maar blijven leven alsof het niet op kan - hoe leefbaar zal de planeet straks nog zijn? Maar dan kijk ik weer om me heen, en valt me op hoe uitbundig alles in bloei staat. Overal gonzen vlinders en insekten. Families ganzen en zwanen scharrelen langs het water. Ik lees dat de bever en de zee-arend aan een come-back bezig zijn. Wat een veerkracht is er in de natuur. En het dringt tot me door: de wereld is anders dan vroeger, maar niet alles is verloren. Er is nog meer dan genoeg schoonheid en leven om vast te houden en na te streven. Deze wereld is het waard om voor te vechten, schreef Ernest Hemingway.

Mijn weg voert me terug naar het Driepolderpunt. Boven mijn hoofd scheren zwaluwen door de lucht. Stapelwolken drijven voorbij. Dit mooiste landschap ter wereld, laat het blijven bestaan.


Advertenties uit de krant