Column Astrid: (H)eerlijke Uber Puber

Algemeen

Je zou maar een puber zijn in deze vreemde coronatijd. Ben je net bezig om je los te maken van je moeder en vooral druk met de identificatie met je vrienden, moet je opeens weer heel veel tijd thuis doorbrengen. De structuur die je zo hard nodig hebt, is helemaal verdwenen en op je kamer volg je al weken online lessen, met als gevolg dat je uren achtereen op je bed zit of ligt, te veel eet, te weinig concentratie hebt om alles goed te volgen. En dan heb je ook nog een moeder die telkens controleert of toch al het huiswerk wel is gemaakt.

Ik ben moeder van twee pubers waarvan de jongste een Uber Puber is. Het is een heerlijke meid met heel veel creatieve ideeën. Zo tekent ze bijvoorbeeld zelf sproeten op haar gezicht met wenkbrauwenverf, verft zelf de helft van haar haren, stopt nieuwe joggingbroeken en shirts in een emmer met bleek en verf voor een vlekkeneffect en tekent tatoeages op haar armen. Haar moeder is vooral handig als ze hoopt op een ritje naar de MC Drive – want helaas mag ze er met de fiets niet doorheen – en als ze chips of koekjes ‘nodig’ heeft. Verder is haar moeder maar lastig, want ze moet altijd als eerste naar huis van al haar vrienden.

Vorige week kwam ze thuis met een donderwolk boven haar hoofd. Ze had een boete gekregen omdat ze haar mobiel op de fietst gebruikte. En omdat ze ook haar ID-kaart niet bij zich had, kon de agent het niet bij een waarschuwing houden. Gelukkig is ze nog geen zestien en kreeg ze ‘slechts’ een boete van 47 euro. Dat kon ze net betalen, want haar spaarrekening telde 52 euro, verdiend met oppassen. Ik twijfelde voordat ik reageerde op haar verhaal. Zou ik zeggen: ‘ik heb je al 84 keer gezegd dat je niet tijdens het fietsen je mobiel mag gebruiken en dat je altijd je ID-kaart bij je moet hebben.’ Of zou ik het subtieler brengen. ‘Gelukkig heb je een boete, beter dan dat je onder een auto komt door het gebruik van je mobiel tijdens het fietsen.’
Maar in plaats daarvan vroeg ik: ‘en wat heb je hier nu van geleerd?’ Ik hoopte natuurlijk op een: ‘dat ik altijd mijn ID bij me moet hebben en mijn telefoon in mijn zak moet laten zitten tijdens het fietsen’. Trots op mijn pedagogisch verantwoorde reactie, keek ik haar verwachtingsvol aan.
‘Dat ik volgende keer sneller door moet fietsen en dat de politie stom is om mij niet eens een waarschuwing te geven, terwijl iedereen die ik ken wel waarschuwingen krijgt.’

Ik heb nog een lange weg te gaan met deze (h)eerlijke Uber Puber.


Advertenties uit de krant