Afbeelding

Column Rob Maas: Bij de kapper

Algemeen

"En wat heb jij gedaan zo chic in pak?" vraagt mijn hairstylist. "Leren omgaan met de dood."
"Zo te zien heb je het overleefd," zegt ze terwijl ze mij onderzoekend aankijkt met haar vrolijke gezicht.
"Ik heb net een uitvaart geleid." Haar blik verandert in ernstig en ik verklaar: "De dood zelf is meestal verre van mooi en dus moet het afscheid dat juist wel zijn."
Ik loop mee naar de wasgelegenheid en leg mijn nek op de harde rand van de zwarte wasbak. "Dat lijkt mij heel bevredigend werk," en ze begint mijn hoofd te masseren. Terug in de kappersstoel wint zij zoals altijd het spel 'hoe wilt u het geknipt hebben?'.
Terwijl zij met souplesse mijn haar kortwiekt vertelt ze: "Ik was laatst op een uitvaart, dat was me toch erg! Iedereen was in het zwart, er was geen kist in de kerk en de dominee sprak op een manier, ik werd er bang en boos van. En de overledene, zo'n lieve man, kreeg een trap na." Ik zeg niets, maar denk: ook al is de dood niet mooi, je hoeft hem niet lelijk te maken. "Weet je, sommige mensen nemen de dood te serieus en vergeten nu juist dat er leven is na de dood. Dat de dood niet het einde is maar juist het begin," probeer ik haar gerust te stellen. De knipbeurt zit erop. Ik kijk via de spiegels naar de achterkant van mijn hoofd. Ik keur haar werk goed en loop mee naar de kassa.
Ze haalt mij over om een jaarkaart te kopen, vijf keer knippen vier keer betalen. "Ja het blijft een gok, haal je dat jaar wel of niet," zegt ze lachend. De volgende keer naar de kapper trek ik weer gewoon een jeansbroek aan.

Advertenties uit de krant